Na het grote succes van eerdere edities organiseren wij op 9 april 2025 opnieuw dé Obex Kennisdag Brandveiligheid en BHV bij Fletcher Doorwerth. Deze dag biedt een unieke kans om binnen korte tijd volledig op de hoogte te raken van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van brandveiligheid en bedrijfshulpverlening (BHV). En natuurlijk is er ruime gelegenheid om elkaar te ontmoeten en met elkaar in gesprek te gaan.
Datum
9 april 2025
Tijd
09:15 – 15:15
Toegang
Plaats
Fletcher Hotel Doorwerth
Lunch
Tijdens de Obex kennisdag is een compleet verzorgde lunch inbegrepen. Heb je dieetwensen of speciale voedingsvoorkeuren? Laat het ons gerust weten, zodat we hier rekening mee kunnen houden.
De kennisdag is opgedeeld in vier sessies. Je kunt 4 onderwerpen kiezen die voor jou relevant zijn.
Als je een gebouw wilt bouwen, zijn er regels waar je aan moet voldoen. Deze regels volgen met name vanuit het publiekrecht en gaan onder andere over brandveiligheid, zoals het beperken van brand. Het Besluit bouwwerken leefomgeving geeft eisen omtrent brandveiligheid in relatie tot het bouwen en het gebruiken van een bouwwerk.
Ook verzekeraars kunnen eisen stellen, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat het gebouw brandveilig is. Dit betreffen privaatrechtelijke eisen. In deze sessie bespreken we welke eisen verzekeraars momenteel stellen er en welke oplossingen gebruikt kunnen worden.
Sinds 1 januari 2024 is er een nieuwe wet van kracht: de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). De omgevingsvergunning is opgeknipt in een tweetal delen, een technisch deel en een ruimtelijk deel. Deze wet gaat over de technische kant van het bouwen, niet over het ruimtelijke (toetsing aan het omgevingsplan, welstand door het bevoegd gezag en toetsing van de bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen door de Veiligheidsregio’s).
Kwaliteitsborgers maken gebruik van instrumenten, die worden aangeboden door instrumentaanbieders. Hoe werkt het proces van kwaliteitsborging in de praktijk? Hoe zorg je ervoor dat je als brandveiligheidsadviseur voldoende onderlegd bent? In deze sessie wordt een overzicht gegeven van de werkwijze van deze wet in combinatie met de ervaringen die zijn opgedaan en worden de bovenstaande vragen beantwoord.
Vanuit het publiekrecht moeten bouwwerken voldoen aan een grote hoeveelheid regels en voorschriften, maar ze kunnen soms voor verschillende marktpartijen lastig te begrijpen zijn. Ook de toepassing en interpretatie van voorschriften wordt als lastig ervaren. Gevolg hiervan is dat er onduidelijkheid ontstaat, er geen uniformiteit is in toetsing en toepassing en het belangrijkste, dit ten koste gaat van de brandveiligheid binnen bouwwerken.
Een beleidsplan brandveiligheid geeft een kader voor beleid en uitvoering. In zo’n plan kunnen alle eisen, afspraken en kaders omtrent brandveiligheid worden beschreven en uitgelegd (zowel publiek- als privaatrechtelijk) waardoor een uniform beleid ontstaat dat door eenieder kan worden aangewend bij elke vorm van nieuwbouw, verbouw en bestaande bouw. Zo is duidelijk wat er moet gebeuren bij nieuwbouw, verbouw of bestaande gebouwen. In deze sessie leggen we uit wat het voordeel is van een uitgewerkt en helder beleidsplan.
Vergunningen en meldingen zijn er voor diverse activiteiten vanuit het Omgevingsrecht. Wanneer moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd bij het wijzigen van bijvoorbeeld de brandcompartimentering binnen een gebouw? Wat moet je weten over de indieningsvereisten bij het aanvragen van vergunning? Ook worden verplichte meldingen vanuit de bouwregelgeving doorgenomen. Een overzicht volgt van de meldingen die het Bbl voorschrijft. Hierbij wordt specifiek ingegaan op de gebruiksmelding. In deze sessie geven we duidelijkheid over vergunnings- en meldingsplichten in relatie tot brandveiligheid en wordt antwoord gegeven op deze vragen.
Rookbeheersingsinstallaties kunnen een essentiële rol spelen in het waarborgen van brandveiligheid in gebouwen. Ze zorgen ervoor dat rook bij een brand effectief wordt afgevoerd, waardoor vluchtroutes zichtbaar en toegankelijk blijven. Dit is cruciaal voor de veilige evacuatie van mensen en het verbeteren van de omstandigheden voor hulpdiensten. Er zijn verschillende soorten rookbeheersingssystemen, zoals natuurlijke rook- en warmteafvoerinstallaties (RWA) en mechanische rookafvoer. Binnen deze sessie wordt uitleg gegeven wanneer deze installatie noodzakelijk is en welke soorten er zoal zijn. Ook wordt verteld of deze installatie een inspectiecertificaat moet hebben.
Er worden met regelmaat ontruimingsoefeningen gehouden binnen gebouwen met verschillende gebruiksfuncties (woonzorglocaties, kantoorgebouwen, bijeenkomstgebouwen etc.). Bij de organisatie van een ontruimingsoefening kan, afhankelijk de complexiteit van het gebouw en de ontruimingsorganisatie, een hoop aandachtspunten bij komen kijken.
Tijdens de workshop ‘organiseren van ontruimingsoefeningen’ geven wij praktische tips en handvatten om succesvol een ontruimingsoefening te organiseren. Hierbij geven wij ook inzicht in het belang van het kiezen van het juiste ontruimingsscenario en het bepalen van de herstelmaatregelen indien de normtijden niet behaald worden tijdens een oefening.
Het aantal elektrische voertuigen groeit, waardoor de kans toeneemt dat een dergelijk voertuig bij een brand betrokken raakt, met alle specifieke risico’s van dien. Bekend is dat de batterijen van elektrische auto’s lastig te blussen zijn. De kans op spontane herontsteking (thermal runaway) na de initiële blussing vraagt om langdurige koeling van de batterijcellen. Op welke wijze kunnen bouwwerken hierop worden ingericht, bouwkundig en/of installatietechnisch? Welke ontwerpuitgangspunten kunnen aangehouden worden en op welke wijze worden risico’s tot een minimum teruggedrongen? In deze sessie worden antwoorden gegeven op deze vragen.
Bij het renoveren of verduurzamen van een gebouw ontstaan diverse risico’s, bijvoorbeeld bij het isoleren van gevels of daken van het gebouw. Welke regels gelden er bij het renoveren of verduurzamen van een gebouw? Welke activiteiten moeten worden gemeld met een vergunning? En wat zijn de risico’s in relatie tot de bouwregels? In deze sessie leggen we uit welke regels belangrijk zijn bij renovatie en verduurzaming en op welke wijze hier op een verstandige wijze mee omgegaan kan worden.
In deze kennissessie delen we de belangrijke lessen die we hebben geleerd uit verschillende grote branden in het verleden. We bespreken onder andere de tragische gebeurtenissen zoals de Arnhemse flatbrand, de brand in Arnhem met zonnepanelen en de Schipholbrand, en hoe deze incidenten onze kijk op brandveiligheid hebben veranderd. De sessie behandelt de impact van deze branden op wet- en regelgeving, met een focus op de maatregelen die zijn genomen om de risico’s in de toekomst te verkleinen. Hoe hebben branden het ontwerp van gebouwen, de keuze van materialen en de inzet van technologie beïnvloed? En welke nieuwe wet- en regelgeving is ontstaan om vergelijkbare tragediën te voorkomen?
In deze sessie wordt ingegaan op het onderhouden, beheren en controleren van de brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties. Sinds de invoering van het Bbl is het uitvoeren van onderhoud conform NEN 2654 deel 1 en deel 2 niet meer vereist. Aangetoond moet worden dat deze installaties adequaat worden onderhouden. Wat is adequaat in deze zin? En op welke wijze kunnen marktpartijen hiermee omgaan? Welke mogelijkheden bieden de huidige technieken bij de BMI/OAI om adequaat onderhoud uit te voeren? Is beheer en onderhoud op afstand een optie voor adequaat? Deze vragen worden hier o.a. beantwoord.
Het Besluit bouwwerken leefomgeving geeft voorschriften over het bouwen en het gebruiken van bouwwerken, ook voor het wonen met zorg. De woonfunctie voor zorg is een woonfunctie waarbij aan de bewoners professionele zorg wordt verleend met een vanuit het zorgaanbod georganiseerde koppeling tussen wonen en zorg in een daarvoor bestemde en uitgeruste woonfunctie.
Welke specifieke regels gelden voor het wonen met zorg? Zorg dit automatisch voor een benodigd niveau van brandveiligheid of kunnen er (onacceptabele) restrisico’s zijn, ondanks dat wordt voldaan aan de bouwregelgeving?
In deze sessie leggen we uit welke specifieke risico’s er kunnen zijn in zorgwoningen en hoe ervoor gezorgd kan worden dat de brandveiligheid op het vereiste en gewenste niveau is.
Bij een brand in een gebouw spelen de aanwezige bouwkundige, installatietechnische en organisatorische (BIO) maatregelen een belangrijke rol bij het voorkomen van slachtoffers. Ook het menselijk handelen bij brand is een belangrijke factor als het gaat om brandveiligheid en de mate van de zelfredzaamheid.
Hoe reageren mensen op een ontruimingsalarm? Wat is kenmerkend gedrag bij brand? Wat zijn de psychologische effecten van rook? Welke fabels zijn er over het menselijk handelen bij brand? In deze kennissessie worden antwoorden gegeven op deze vragen.
Brandveiligheid is een keten van bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen, met ieder zijn eigen specifieke wet- en regelgeving. Sprinkler- en watermistinstallaties kunnen een cruciale rol spelen in brandpreventie en -bestrijding. Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) stelt eisen aan brandveiligheid, waarbij sprinklers vaker verplicht worden in grotere gebouwen en risicovolle omgevingen. Vooral in zorginstellingen, parkeergarages en hoogbouw kunnen sprinklers levens redden door branden in een vroeg stadium te onderdrukken. In deze sessie wordt uitgelegd wanneer vanuit het Bbl een sprinklerinstallatie geëist kan worden of toegepast kan gaan worden. Binnen deze sessie wordt uitgelegd welke normen er allemaal zijn en hoe hiermee omgegaan moet worden. Welke soorten sprinkler- en watermistinstallaties zijn er en waar worden die het meeste gebruikt. Ook wordt in deze sessie gekeken naar nieuwe technologische innovaties binnen de sprinkler- en wtermistinstallaties.
Binnen de zorgsector wordt met name bij een zorgbehoefte van 24-uurs zorg bij een ontruimingsalarminstallatie gesproken over een “stil alarm”. Daarnaast wil een zorgmedewerker het liefst alles op één toestel voor alles waar zij/hij dagelijks mee te maken heeft (zorgoproep, ontruiming, communicatie, patiënte dossier, rooster, persoonsalarmering, cameratoezicht et cetera). Huidige pagers worden vaak niet gebruikt waardoor ook BedrijfsHulpVerleners (BHV) maar ook technische dienst medewerkers of teamleiders niet op tijd gealarmeerd worden bij een calamiteit. Binnen deze sessie wordt besproken wanneer nu vanuit het Bbl sprake is van “24-uurs zorg” en welke type ontruimingsalarminstallatie noodzakelijk is. Daarnaast wordt in deze sessie doorgenomen in hoeverre een stil alarm in de vorm van “mobiele telefonie” toepasbaar maar ook certificeerbaar is en tegen welke valkuilen men kan oplopen. Ook zal worden aangegeven hoe deze op te lossen zijn aangevuld met enkele voorbeelden.
Bij de invoering van het Bbl zijn de CCV-inspectieschema’s niet verdwenen uit de wet- en regelgeving. Vanuit het Bbl worden bij een aantal brandveiligheidsinstallaties een inspectiecertificaat geëist. Er is nu een aangepast CCV-inspectieschema Brandbeveiliging van toepassing. Binnen deze sessie wordt uitgelegd wat is aangepast en welke consequenties dit kan hebben op de brandveiligheidsinstallaties. Daarnaast worden er uitleg gegeven aan het doel en het waarom van interpretatiebesluiten. Een interpretatiebesluit geeft een interpretatie bij een normbepaling, voorschrift of regel, bijvoorbeeld als deze niet duidelijk is of als het nodig is voor praktische toepassing van de norm. Als het een interpretatiebesluit later in de norm, het voorschrift of de regel wordt verwerkt, kan het daarna vervallen. In deze sessie worden interpretatiebesluiten behandeld en vertaald naar de praktijk.
Binnen de industriële omgeving gelden speciale regels voor aangaande bouwen en brandveiligheid.
Ook wordt in deze omgeving veel gebruik gemaakt van normen die niet een wettelijke grondslag hebben, maar die wel als wetgeving worden gebruikt of als richtlijnen dienen. Met name op gebied van het vergroten van brandcompartimenten, maar ook het verlengen van loopafstanden zijn in dit soort situaties veelvoorkomend.
Welke eisen stelt het Besluit bouwwerken leefomgeving specifiek aangaande industriegebouwen? Hoe werken veelgebruikte normen voor het vergroten van brandcompartimenten? Op welke wijze kunnen loopafstanden binnen de subbrandcompartimenten worden verlengd? In deze sessie wordt een volledig beeld gegeven van deze specifieke mogelijkheden en de hierbij horende voorschriften.
| Activiteit | Tijd | Locatie |
|---|---|---|
| Binnenkomst | 8.30 tot 9.15 | Grote zaal / stands van leveranciers met demonstraties |
| Opening | 9.15 tot 9.30 | Door directie / Welkomst woord / Uitleg BVM Groep Nederland |
| Sessie 1 | 09.45 tot 10.30 | - |
| Netwerk | 10.30 tot 11.15 | Brandingzaal |
| Sessie 2 | 11.15 tot 12.00 | - |
| Lunch | 12.00 tot 13.00 | Brandingzaal |
| Sessie 3 | 13.00 tot 13.45 | - |
| Netwerk | 13.45 tot 14.30 | Brandingzaal |
| Sessie 4 | 14.30 tot 15.15 | - |
| Borrel | 15.15 tot 16.00 | Bar |
Voor vragen en meer informatie kun je contact opnemen met onze organisatie via opleidingen@obex.nl of 088 008 83 21.
Wij kijken ernaar uit je te verwelkomen op 9 april 2025!
